Paal #8



De zang van deze vogel kent vele dialecten. Zijn zang is te horen van februari tot en met september. Het liedje duurt max. 5 seconden en wordt makkelijk 10 keer per minuut herhaald. In Vlaanderen wordt het liedje ook wel "suskewiet" genoemd.

De vogel komt voor in groenrijke gebieden, waar hij zowel een plaats om te broeden, als eten kan vinden. In de noordelijke delen van Nederland komt deze vogel meer voor dan in het zuiden.

Het basisvoedsel voor deze vogel wordt gevormd door zaden en zachte plantendelen. Zoals: kiemend zaad, vruchten, bessen en knoppen. Echter in het broedseizoen schakelen ze over op insecten. Deze leveren meer eiwitten, noodzakelijk voor de groei van de jongen en om het energieverbruik van de oudervogels op te kunnen vangen.

Deze vogel broed van half april tot juli. De broedduur bedraagt 12 - 15 dagen. Het nest wordt in het dichte groen gemaakt, goed gecamoufleerd met mossen en tussen de takken. Hoofdzakelijk broed het ♀. Beide vogels verzorgen de jongen, die het nest al na 13 - 14 dagen verlaten, waarna ze nog wel enige tijd gevoerd worden.

De zang wordt aangeleerd door vader of andere leermeester(s). Deze vogel zingt meestal 2 - 3 verschillende liedjes in meerdere versies.

Loop door naar paal 9.